De tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting en voor de loonbelasting zijn in 2025 als volgt.
tariefschijf
|
inkomen op jaarbasis
|
belasting en premies volksverzekeringen, jonger dan AOW-leeftijd
|
idem, AOW-leeftijd en ouder
|
1
|
€ 0 tot € 38.441
|
35,82%
|
17,92%
|
2
|
€ 38.441 tot € 76.817
|
37,48%
|
37,48%
|
3
|
€ 76.817 of meer
|
49,5%
|
49,5%
|
Voor mensen, die geboren zijn voor 1 januari 1946, geldt een hogere grens van schijf 2 van € 40.502.
Het tarief in de eerste schijf bevat een premiecomponent. Tot de AOW-leeftijd bestaat deze uit 17,9% AOW, 0,1% Anw en 9,65% Wlz. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd vervalt de AOW-premie. In 2025 bedraagt de AOW-leeftijd 67 jaar.
Heffingskortingen
De algemene heffingskorting bedraagt maximaal € 3.068 en wordt boven een inkomen van € 28.406 afgebouwd tot nihil. De afbouw bedraagt 6,337% van het meerdere inkomen. Voor mensen, die de AOW-leeftijd hebben bereikt, bedraagt de algemene heffingskorting maximaal € 1.536 en bedraagt de afbouw 3,17%. Vanaf een inkomen van € 76.817 is de algemene heffingskorting nihil.
Met ingang van 2025 is de algemene heffingskorting afhankelijk van het inkomen in de boxen 1, 2 en 3 samen.
De arbeidskorting bedraagt maximaal € 5.599 voor mensen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt bedraagt de arbeidskorting maximaal € 2.802. De arbeidskorting wordt afgebouwd tot nihil vanaf een arbeidsinkomen van € 43.071. De afbouw bedraagt 6,51% van het arbeidsinkomen boven € 39.957. Voor AOW-gerechtigden bedraagt de afbouw 3,257%. De arbeidskorting bedraagt nihil bij een inkomen vanaf € 129.078.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting start op nihil bij een arbeidsinkomen van € 6.145 en loopt op met 11,45% van het meerdere inkomen tot een maximum van € 2.986 bij een inkomen van € 32.224 of hoger.
De jonggehandicaptenkorting bedraagt € 909.
De ouderenkorting geldt voor AOW-gerechtigden. De ouderenkorting bedraagt € 2.035 tot een inkomen van € 45.308. Boven dat inkomen daalt de ouderenkorting met 15% van het meerdere tot nihil bij een inkomen van € 58.875. De alleenstaande-ouderenkorting bedraagt € 531.
Tarief box 2
Sinds 2024 kent box 2 een progressief tarief.
Inkomen in box 2 van |
tot |
tarief |
€ 0 |
€ 67.804 |
24,5% |
€ 67.804 |
|
31,0%
|
Tarief box 3
Het tarief voor de belastingheffing over de inkomsten uit sparen en beleggen bedraagt voor 2025 36%.
Forfaitaire rendementen box 3
Sinds 1 januari 2023 bestaan er drie categorieën vermogensbestanddelen met elk een eigen forfaitair rendementspercentage. De definitieve forfaits voor banktegoeden en schulden voor 2024 worden in het eerste kwartaal van 2025 vastgesteld. Voor het opleggen van voorlopige aanslagen wordt gebruik gemaakt van voorlopige forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden. Voor banktegoeden wordt uitgegaan van het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar op deposito’s met een opzegtermijn van maximaal drie maanden. Voor 2025 bedraagt dit 1,03%. Voor schulden wordt uitgegaan van het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken. Voor 2025 bedraagt dit 2,47%. Voor de categorie overige bezittingen is het definitieve rendement voor 2025 vastgesteld op 6,04%.
Ondernemers
De zelfstandigenaftrek bedraagt in 2025 € 2.470. Dit was in 2024 nog € 3.750.
De mkb-winstaftrek voor ondernemers is verlaagd van 13,31% naar 12,7% van de winst.
Bron:Ministerie van Financiën | publicatie | 01-01-2025